Albanie
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Gijs
31 Oktober 2006 | Albanië, Tirana
Anderhalve week geleden vertrok ik 's morgensvroeg ik met de bus vanuit Ochrid richting de Albanese grens. Deze ligt bij Sveti Nat, een klein Macedonisch grensplaatsje met een beroemd klooster. Nadat de buschauffeur de overige passagiers daar had afgezet, reedt hij alleen met mij in de bus door naar de Macedonisch-Albanese grens. Na eerst "uitgecheckt" te zijn bij de Macedonische douane, moest ik een kilometer lopen in niemandsland voor ik de Albanese douaneambtenaren tegen het lijf liep. Tijden veranderen. Zij spraken vloeiend Engels en wezen mij geduldig op de 10 euro die ik moest betalen voor mijn tijdelijk visum. De burgers van bijna alle landen die Albanie inwillen moeten 10 euro betalen, met twee uitzonderingen: Israeliers moeten 30 euro betalen en de Malinezen hebben gratis entree. Toen ik de man vroeg waarom de Malinezen er zo goed vanaf komen, vertelde hij over de vele werkimmigranten vanuit dat land die jaarlijks richting Albanie komen en de goede relatie die de twee landen schijnbaar hebben. Een taxichauffeur bracht mij vervolgens voor 5 euro naar Pogradec, een kleine stad, grenzend aan het meer van Ochrid. Hier kon ik pinnen en met de maxitaxi richting Tirana gaan. Hoewel de pinautomaat dienst weigerde (ik was blij met de 8 euro aan Albanees geld die ik in Ochrid zwart bemachtigd had) kon ik vrijwel meteen in de kleine bus plaatsnemen. De maxitaxi's zijn ideaal. Het is een private vervanging voor openbaar vervoer en ben deze tot nog toe alleen in Roemenie en Albanie tegengekomen. Hoewel je opgekropt zit tussen soms roggelende en ietswat onfrisse "locals", is het een zeer snelle wijze van transport. De trip naar Tirana duurde iets meer dan twee uur en de reis verliep verrassend genoeg over goede wegen. De Albanese regering heeft de laatste 5 jaar veel geinvesteerd in de infrastructuur van het land, waardoor vele plaatsen nu goed toegankelijk zijn. De reis richting de hoofdstad verliep over hoge bergpassen en langs de weg probeerden met name veel kinderen vis, fruit en autowasbeurten aan voorbijgangers te verkopen.
Na ergens in Tirana afgezet te zijn, besloot ik nog maar eens een taxi te nemen om mijn hostel te bereiken. Ik had geen idee waar ik was en aangezien de kosten, zelfs van taxi's redelijk waren, kon ik me dit veroorloven. Het hostel werd snel gevonden en ik was al om 1 uur in de middag op de plek waar ik wilde zijn, daar waar ik een lange dag reizen verwachtte.
De wandeling in de namiddag door de hoofdstad leerde me dat het foto's nemen van overheidsgebouwen nog steeds niet gewaardeerd word. Elk overheidsgebouw wordt in Albanie namelijk nog steeds bewaakt door 1 of 2 bewapende politiemensen en toen ik (ogenschijnlijk als naieve toerist) een foto wilde nemen van wat later het huis van de premier bleek te zijn, werd door de beveiligingmensen onderling met oortjes en microfoontjes druk crisisoverleg gepleegd en werd mij met enkele kordate gebaren duidelijk gemaakt dat toch liever niet te doen. Ik gehoorzaamde. Tirana bleek vrij chaorisch, stoffig en luidruchtig. Mensen in auto's toeteren er continu en uitslapen in het hostel, dat midden in het centrum lag, was dan ook uitgesloten. Elke morgen om half 8, wanneer verkeer op gang kwam, begon het toeterfestijn en dit hield aan tot tien uur savonds. Autos waren vrijwel overal in de stad te vinden en het was lastig, vrijwel onmogelijk, een rustig moment te vinden in deze kakofonie. Toen ik terugkeerde in hostel was ik nog steeds de enige backpacker in het enige hostel van het land. Tom (Ierse jongen), Young De (Koreaan), Australische moeder en Australische dochter (samen door Europa met auto reizend) kwamen echter in loop van de avond en met hen zou ik de dagen erna het land verkennen.
De eerste dag brachten we nogmaals in Tirana door. We bezochten het nationaal historisch museum. Het was niet echt bijzonder en de communistische periode onder Hoxha (1944-1985) ontbrak volledig. Alleen een lange lijst van slachtoffers onder dit regime herinnerde aan dit tijdperk. Van Hoxha was alleen een kleine foto te vinden die hem als verzetter tegen het Duitse en Italiaanse fascistische regime tijdens de Tweede Wereldoorlog in Albanie toont. Hoxha was de communistische leider van Albanie van 1944 tot en met zijn dood in 1985. Onder zijn leiding isoleerde Albanie zichzelf van de rest van Europa en was reizen naar dit land zo goed als onmogelijk. Ook werden politieke en intellectuele tegenstanders van zijn regime netjes aan de kant geschoven. Pas na zijn dood trad er een geleidelijke democratisering in- en openstelling van Albanie aan, die (zie begin verslag) nog steeds niet voltooid is.De rest van de dag hebben we al slenterend door de stad lopend volbracht.
De tweede dag gingen we met de auto van de Aussies naar Kruja. Na eerst twee uur gezocht te hebben (zonder maar ook 1 richtingaanwijzer met plaatsnamen te zien opm ons uit Tirana te helpen) vonden we Kruja. Kruja is een bergdorpje ter grootte van Groesbeek met een groot, strategisch gelegen kasteel. Hier verdedigde de nationale held van Albanie Skanderbeg (George Kastrioti) zich verscheidene keren succesvol tegen Turkse invasies in de vijftiende eeuw. Pas na zijn dood in 1468 zouden de Turken de Albanese opstand neerslaan en het land voor de volgende vijfhonderd jaar bezetten. Van deze Skanderbeg is in bijna elke Albanese plaats wel een standbeeld te vinden, die hem laat zien als een woeste, bebaarde strijder op paard. Kruja was leuke kleine plaats en de lokale inwoners en met name kinderen keken raar op bij het zien van deze groep vreemdelingen. Grappig was de entree van het Skanderbeg museum. Deze was aanvankelijk 200 (1,70 euro) Albanese leke pp, maar werd (toen bleek dat enkele van onze groep weer weg wilde gaan) door het museumpersoneel al snel teruggebracht tot uiteindelijk 600 Alb Leke voor 5 personen. Het museum stelde helaas opnieuw niet veel voor, maar het uitzicht op het dak van het museum was erg mooi. De terugrit naar Tirana leverde behoudens enkele stukken slechts wegdek geen problemen op en die avond toosten we vaarwel met de Australische vrouwen die de volgende morgen naar Istanbul zouden vliegen.
Tom, Young en ik gingen de derde dag naar een ander bergdorpje met opnieuw een kasteelruine. Hoewel dit kasteel weinig voorstelde, was de trip een goede manier om uit de drukke stad te komen en wat Albaniers te ontmoeten. Een restauranteigenaar waar we fris bij dronken vertelde ons in een half nuur durend betoog alle problemen waar het land de laatste tien jaar te kampen meet had gehad. Sinds het piramidesysteem (waar de Albanese privaatbanken hun geld in belegden) in 1997 in elkaar zakte, moesten de meeste Albaniers opnieuw beginnen met sparen. De eerste jaren na 1997 waren in bijzonder slecht volgens hem. (In deze jaren verliet ook interpol het land en werden er massaal gestolen auto's "Mercedessen" vanuit West Europa "Duitsland" Albanie in gesmokkeld; daarom rijdt 3 op 4 Albaniers nu rond met Mercdedes waar D nog op te vinden is:))
De laatste jaren is er echter vooruitgang geboekt in het land en men probeert zich meer open te stellen naar Europa toe. Toerisme wordt bevordert en aan het negatieve onveilige imago van het land wordt gewerkt. De conclusie van de restauranteigenaar was de de meeste Albaniers genoeg hadden van de politiek en nu zelf de dingen in handen namen en initiatief ontplooiden en dat het land voorlopig op de goede weg was.
De vierde dag verlieten we Tirana (we wilden weer eens uitslapen) en trokken we noordwaarts. De Koreaan ging meteen door naar Montenegro, ik en de Ier (Tom, 43 jaar en professioneel wereldreiziger) stapten uit de maxitaxi in Lezha. Hier werden we door lokale journaliste geholpen bij het vinden van hotel, nadat ander hotel vol was gebleken. Ze liep de hele weg met ons mee-en de terugweg- en vertelde ons opnieuw een hoop over Albanie. Zij was politiek verslaggeefster en liet ons ook horen over enkele praktijken die typisch waren voor Albanie. Zo was ze al enkele keren door politici vriendelijk gecomplimenteerd dat ze erg slim was, maar dat dat niet de weg was om ver te komen in het vak. Ze was echter nog jong, 28 (al leek ze 40) en had zelfs plannen om zelf de politiek in te gaan. Na koffie met haar gedronken te hebben trokken we dorp in en zagen opnieuw veel van dagelijks Albanees leven. Leuk is het wanneer je met de enkele Albanese woorden die je je eigen gemaakt hebt een cafe of restaurant binnenstapt. Mensen beginnen meteen te lachen en knopen gesprekken met je aan. Hoewel weinig oudere mensen Engels machtig zijn, spreken vele Albanezen Italiaans en aangezien Tom deze taal ook enigzins spreekt, konden we onze weg goed vinden met de Albaniers.
De laatste volle dag waren we in Skhodra. Daar waar Lezha heerlijk rustig was, was Skhodra opnieuw chaotisch, lawaaierig en stoffig. Ook waren er veel zigeuners in de stad, die onder slechts hygienische omstandigheden aan de rand van de stad in krottenhuizen leefden. Het zwerfvuil dat in heel Albanie rondzwerft, was hier echt overal te vinden. Albanezen hebben doorgaans geen vuilstortplaatsen, de meeste mensen gooien alles gewoon op straat. De gastheer van ons hotel was echter opnieuw zeer vriendelijk en nam uitgebreid de tijd om ons over de stad te informeren. We wilden een fototentoonstelling bezoeken, maar deze was schijnbaar al na 11 uur smorgsns gesloten. Vervolgens hebben we opnieuw kasteel bezocht (kan geen kasteel meer zien) en zijn we naar het meer van Skhodra gelopen. Deze vijfde dag was nog de minste van de dagen in Albanie. De zesde dag vertrokken we vroeg (te vroeg, want zomertijd was niet meer) uit Skhodra met opnieuw maxitaxi richting grens met Montenegro, waar we rond 10 uur het land verlieten. Aldoende mijn Albanie ervaring:)pffffffff. Heb volgensmij nauwelijks iets vergeten, maar goed, zo vaak kom je natuurlijk niet in Albanie.
Groet vanuit Montenegro waar ik nu al drie dagen zit.
-
31 Oktober 2006 - 11:21
Mam:
Een mooi verhaal, Gijs, waardoor we weer een beetje op de hoogte zijn van Albanie. Zo hoor je nog eens wat van een land waarvan ik amper wist dat het in Europa lag. Ben benieuwd naar Montenegro. Veel genoegen maar weer en blijf goed op jezelf passen. Mam. -
31 Oktober 2006 - 16:09
Will:
Weer een mooi verhaal Gijs. Jammer dat je er niet was in mijn tijd,Geen toeterende auto"s Maar wel veel soldaten die toch wel correct optraden in mijn tijd. Je bent nu al weer in Montenegro een zeer boeiend en ruig land.TIP: Vergeet Kotor niet te bezoeken.Een mooie stad die ligt aan een grote binnenzee. Een stad met een doolhof aan kleine steegjes en straatjes. Je kaart heb ik nog niet gekregen maar die zal nog wel komen. Ik wens je verder een fijne reis toe. Will. -
31 Oktober 2006 - 20:44
Peter En Annemieke:
Ha Gijs, wat kun jij prachtige verhalen schrijven, moet je bundelen en uitgeven!! We lezen dat het goed met je gaat, houden zo! Sabine begint zondag aan haar wereldreis, ben ook heel benieuwd of ze zo uitgereid van stof is zoals jij (we hopen van wel natuurlijk).Gijs geniet nog van je reis en we blijven je site volgen.(zit je n keer te niksen dan is "www.sannesabine.waarbenjij.nu" misschien een ideetje. Groetjes uit Groesbeek van
Peter en Annemieke -
01 November 2006 - 16:14
Will:
Ik kreeg vanmorgen je kaart.Hartelijk dank;het was juist de goede.Over Servie en Hongarije heb ik je al genoeg verteld.Gijs,een goede reis verder. Ik blijf je volgen. Will. -
02 November 2006 - 22:28
Hans K:
Ook 40 is nog jong hoor
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley